© Harry Broeders.
Deze pagina is bestemd voor studenten van de THRijswijk.
Werktuigbouwkundig ingenieurs worden wel eens oneerbiedig aangesproken met de vakterm: "fietsenmaker". Zo bestaat er ook een vakterm voor E of TI ingenieurs die zich bezighouden met het programmeren van microcontrollers: bitn...... Op deze pagina wordt uitgelegd op welke manieren je met bitjes kunt spelen en hoe je dat in C (veilig ;-) moet doen.
De onderstaande voorbeelden veranderen een bitje in het PORTB register van de 68HC11. Op de EVM kast is deze PORTB verbonden met 8 ledjes (PB0 t/m PB7) zodat we meteen het resultaat van de bewerking kunnen zien.
Je kunt een bitje setten (1 maken) met behulp van een bitwise-or operator. Je moet het bitje dat je wilt setten or-en met 1 en de rest met 0. Om dus bijvoorbeeld ledje PB3 aan te zetten moeten we PORTB or-en met het binaire getal: 00001000.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; *portb=*portb|0x08; return 0; }
De betekenis en het nut van het keyword
volatile
wordt bij de eerste
practicumopgave uitgelegd.
De regel:
*portb=*portb|0x08;
kun je ook verkorten tot:
*portb|=0x08;
Let op! Er zit een groot verschil tussen de bitwise-or operator
|
en de logical-or operator ||
. Bij de
bitwise-or wordt de or bewerking bit-voor-bit uitgevoerd.
0x2c|0x09
is dus gelijk aan 0x2d
. Zet de getallen
even om naar het binaire talstelsel als je het niet meteen ziet. Bij de
logical-or wordt het getal omgezet naar een logische (binaire) waarde (true
of false). Daarna wordt de or bewerking uitgevoerd met als resultaat true
(1) of false (0). 0x2c||0x09
is dus gelijk aan
0x01
. Als in het bovenstaande programma de |
operator
vervangen wordt door de ||
operator gaat ledje PB0 branden!
Begrijp je dat?
Er is nog een verschil tussen de bitwise-or operator
|
en de logical-or operator ||
. Bij de
logical-or operator worden de operanden van links naar rechts uitgerekend
en zodra het antwoord bekend is wordt de berekening gestopt. Dit wordt
short-circuit evaluation genoemd. Bij de bitwise-or wordt de expressie
altijd helemaal doorgerekend. Voorbeeld: Als de expressie
fun1()||fun2()
wordt uitgevoerd en fun1()
geeft
true terug dan wordt fun2()
niet aangeroepen (het antwoord van
de expressie is true). Als fun1()|fun2()
wordt uitgevoerd dan
worden fun1()
en fun2()
altijd beide aangeroepen
(ook als fun1()
allemaal enen teruggeeft).
Er is nog een subtiel verschil. Bij de logical-or operator
ligt de evaluatievolgorde van de operanden vast maar bij de bitwise-or
niet. Voorbeeld: Als de expressie fun1()||fun2()
wordt uitgevoerd
wordt fun1()
als eerste aangeroepen (fun2()
wordt
mogelijk helemaal niet aangeroepen). Als fun1()|fun2()
wordt
uitgevoerd dan is het compiler afhankelijk of eerst fun1()
of
eerst fun2()
wordt aangeroepen (ze worden wel gegarandeerd beide
aangeroepen).
Je kunt een bitje clearen (0 maken) met behulp van een bitwise-and operator. Je moet het bitje dat je wilt clearen and-en met 0 en de rest met 1. Om dus bijvoorbeeld ledje PB3 uit te zetten moeten we PORTB and-en met het binaire getal: 11110111.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; *portb=*portb&0xf7; return 0; }
De regel:
*portb=*portb&0xf7;
kun je ook verkorten tot:
*portb&=0xf7;
Het is ook mogelijk om bij het clearen hetzelfde bitpatroon te gebruiken
als bij het setten. Je moet dan de compiler zelf de inverse laten uitrekenen
door middel van de bitwise-not ~
operator:
*portb&=~0x08;
Let op! Er zit een groot verschil tussen de bitwise-and operator
&
en de logical-and operator
&&
. Bij de bitwise-and wordt de and bewerking bit-voor-bit
uitgevoerd. 0x2c&0x09
is dus gelijk aan 0x08
.
Zet de getallen even om naar het binaire talstelsel als je het niet meteen
ziet. Bij de logical-and wordt het getal omgezet naar een logische (binaire)
waarde (true of false). Daarna wordt de and bewerking uitgevoerd met als
resultaat true (1) of false (0). 0x2c&&0x09
is dus gelijk
aan 0x01
.
Er is nog een verschil tussen de bitwise-and operator
&
en de logical-and operator
&&
. Bij de logical-and operator worden de operanden
van links naar rechts uitgerekend en zodra het antwoord bekend is wordt de
berekening gestopt. Dit wordt short-circuit evaluation genoemd. Bij
de bitwise-and wordt de expressie altijd helemaal doorgerekend. Voorbeeld:
Als de expressie fun1()&&fun2()
wordt uitgevoerd en
fun1()
geeft false terug dan wordt fun2()
niet
aangeroepen (het antwoord van de expressie is false). Als
fun1()&fun2()
wordt uitgevoerd dan worden
fun1()
en fun2()
altijd beide aangeroepen (ook
als fun1()
allemaal nullen teruggeeft).
Er is nog een subtiel verschil. Bij de logical-and operator
ligt de evaluatievolgorde van de operanden vast maar bij de
bitwise-and niet. Voorbeeld: Als de expressie
fun1()&&fun2()
wordt uitgevoerd wordt
fun1()
als eerste aangeroepen (fun2()
wordt mogelijk
helemaal niet aangeroepen). Als fun1()&fun2()
wordt uitgevoerd
dan is het compiler afhankelijk of eerst fun1()
of eerst
fun2()
wordt aangeroepen (ze worden wel gegarandeerd beide
aangeroepen).
Let op! Er zit een groot verschil tussen de bitwise-not operator
~
en de logical-not operator !
. Bij de
bitwise-not wordt de not bewerking bit-voor-bit uitgevoerd.
~0x2c
is dus gelijk aan 0xd3
. Zet de getallen even
om naar het binaire talstelsel als je het niet meteen ziet. Bij de logical-not
wordt het getal omgezet naar een logische (binaire) waarde (true of false).
Daarna wordt de not bewerking uitgevoerd met als resultaat true (1) of false
(0). !0x2c
is dus gelijk aan 0x00
.
Je kunt een bitje flippen (inverteren) met behulp van een bitwise-exor operator. Je moet het bitje dat je wilt flippen exor-en met 1 en de rest met 0. Om dus bijvoorbeeld ledje PB3 te inverteren moeten we PORTB or-en met het binaire getal: 00001000.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; *portb=*portb^0x08; return 0; }
De regel:
*portb=*portb^0x08
;
kun je ook verkorten tot:
*portb^=0x08
;
Er bestaat in C vreemd genoeg geen logical-exor operator.
Als je meerdere bitjes wilt setten, meerdere bitjes wilt clearen of meerdere bitjes te inverteren dan kun je dat doen door in het bitpatroon waarmee je respectievelijk de bitwise-or, bitwise-and of bitwise-exor uitvoert meerdere bitjes te setten.
In het onderstaande voorbeeld worden PB4 en PB2 geset, PB5 en PB1 gecleared en PB7, PB6 en PB0 geïnverteerd:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; *portb|=0x14; *portb&=~0x22; *portb^=0xc1; return 0; }
De onderstaande voorbeelden testen een bitje in het PORTC register van de 68HC11. Op de EVM kast is deze PORTC verbonden met 8 schakelaars (PC0 t/m PC7) zodat we de programma's eenvoudig kunnen testen. Als de test true oplevert worden ledje PB7 aangezet en als de test false oplevert wordt ledje PB0 aangezet zodat we meteen het resultaat van de test kunnen zien.
Je kunt testen of een bitje 1 is door dit bitje te "isoleren" van de andere bitjes in de betreffende variabele. De overige bits worden gemaskeerd. Je kunt een bitje isoleren door een bitwise-and bewerking. Het volgende voorbeeld zal als schakelelaar PC3 1 is ledje PB7 laten branden en anders ledje PB0 laten branden:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; if ((*portc&0x08)==0x08) { *portb=0x80; } else { *portb=0x01; } return 0; }
De extra haakjes in de
if
instructie zijn noodzakelijk
omdat de bitwise-and operator &
een lagere prioriteit heeft
dan de vergelijkings operator ==
.
De regel:
if
((*portc&0x08)==0x08)
{
kun je ook verkorten tot:
if
(*portc&0x08) {
De expressie *portc&0x08
geeft
namelijk als resultaat 0x08
als
schakelaar PC3 1 is en 0x00
als
schakelaar PC3 0 is. 0x08
is ongelijk
aan nul en wordt dus gezien als de logische waarde true en
0x00
is gelijk aan nul en wordt
dus gezien als de logische waarde false.
Je kunt testen of een bitje 0 is door dit bitje te "isoleren" van de andere bitjes in de betreffende variabele. De overige bits worden gemaskeerd. Je kunt een bitje isoleren door een bitwise-and bewerking. Het volgende voorbeeld zal als schakelelaar PC3 0 is ledje PB7 laten branden en anders ledje PB0 laten branden:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; if ((*portc&0x08)==0x00) { *portb=0x80; } else { *portb=0x01; } return 0; }
De regel:
if
((*portc&0x08)==0x00)
{
kun je ook verkorten tot:
if
(!(*portc&0x08)) {
of tot:
if
(~*portc&0x08) {
De extra haakjes in de tweede
if
instructie zijn noodzakelijk
omdat de bitwise-and operator &
een lagere prioriteit heeft
dan de logical-not operator !
.
De expressie *portc&0x08
geeft
namelijk als resultaat 0x00
als
schakelaar PC3 0 is en 0x08
als
schakelaar PC3 1 is. 0x00
is gelijk
aan nul en wordt dus gezien als de logische waarde false en
0x08
is ongelijk aan nul en wordt
dus gezien als de logische waarde true. Als je deze logische waarde met een
logical-not operator inverteert krijg je de waarde true als bit PC3
0 is en false als PC3 1 is.
Je kunt ook eerst een bitwise-not uitvoeren op de van PORTC gelezen waarde. Alle bitjes (dus ook bitje PC3) worden dan geinverteerd.
Je kunt vaak meerdere bitjes met 1 bewerking testen door meerdere bitjes te isoleren.
In het onderstaande voorbeeld wordt PB7 1 als PC5 1 is en PC3 1 is. Als dit niet het geval is wordt PB0 1.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; if ((*portc&0x28)==0x28) { *portb=0x80; } else { *portb=0x01; } return 0; }
Let op! De regel:
if
((*portc&0x28)==0x28)
{
kun je nu niet verkorten!
In het onderstaande voorbeeld wordt PB7 1 als PC5 1 is of PC3 1 is (of beide 1 zijn). Als dit niet het geval is wordt PB0 1.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; if (*portc&0x28) { *portb=0x80; } else { *portb=0x01; } return 0; }
In C zijn ook operatoren gedefinieerd waarmee je een bitpatroon kunt schuiven.
Deze operatoren worden shift-operators genoemd en het zijn binaire
operatoren (er zijn 2 operanden). De operator <<
schuift
naar links en de operator >>
naar rechts. Aan de linkerkant
van de shift-operator staat het patroon dat verschoven moet worden en aan
de rechterkant staat het aantal plaatsen wat geschoven moet worden, de zogenaamde
shift-count. In C++ is de <<
operator overloaded
voor stream output en is de >>
operator overloaded voor
stream input. Maar dit zit de schuifbewerkingen niet in de weg.
In het onderstaande voorbeeld wordt het bitpatroon van de schakelaars ingelezen
en 2 plaatsen naar links geschoven naar de leds gestuurd. Als op de schakelaars
0xB2
staat zal op de leds dus 0xC8
verschijnen.
Zet de getallen om naar het binaire talstelsel als je het niet meteen ziet.
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; *portb=*portc<<2; return 0; }
Er bestaat ook een <<=
en een operator
>>=
waarmee schuiven en assignment gecombineerd kunnen
worden. In het volgende programma wordt de waarde die op de led staat drie
plaatsen naar rechts geschoven:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; *portb>>=3; return 0; }
Bij het schuiven naar links worden er altijd nullen ingeschoven. Schuiven van x plaatsen naar links komt overeen met vermenigvuldigen met 2x. Het onderstaande programma levert dus exact hetzelfde resultaat als het bovenstaande programma waarin 2 plaatsen naar links wordt geschoven:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; *portb=*portc*4; return 0; }
Bij schuiven naar rechts is het wat ingewikkelder.
Als het patroon unsigned is worden er ook nullen ingeschoven. Dus
als we in het bovenstaande programma de <<
operator vervangen
door een >>
operator verschijnt de waarde
0x2C
op de leds. Bij unsigned getallen komt x plaatsen
schuiven naar rechts overeen met delen door 2x. De twee onderstaande
programma's leveren dus exact hetzelfde resultaat:
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; *portb=*portc>>2; return 0; }
int main() { typedef unsigned char byte; volatile byte* portb=(byte*)0x1004; volatile byte* portc=(byte*)0x1003; *portb=*portc/4; return 0; }
Als het patroon signed is wordt bij het inschuiven bit7 gekopieerd.
In het onderstaande voorbeeld wordt het bitpatroon van de schakelaars als
een signed getal ingelezen en 2 plaatsen naar links geschoven naar de leds
gestuurd. Als op de schakelaars 0xB2
staat zal op de leds dus
0xEC
verschijnen. Zet de getallen om naar het binaire talstelsel
als je het niet meteen ziet.
int main() { typedef signed char sbyte; volatile sbyte* portb=(sbyte*)0x1004; volatile sbyte* portc=(sbyte*)0x1003; *portb=*portc>>2; return 0; }
Bij negatieve signed getallen komt x plaatsen schuiven naar rechts
ook overeen met delen door 2x maar is het resultaat vreemd genoeg
niet hetzelfde als het resultaat van de /
operator. Als
je in het bovenstaande programma de schuifbewerking vervangt door een deling
en de schakelaars op 0xB2
zet dan zal op de leds de waarde
0xED
verschijnen.
int main() { typedef signed char sbyte; volatile sbyte* portb=(sbyte*)0x1004; volatile sbyte* portc=(sbyte*)0x1003; *portb=*portc/4; return 0; }
Bij signed schuiven naar rechts is de rest (wat er wordt uitgeschoven) altijd positief bij signed delen is de rest negatief als het deeltal negatief is.
Bij delen met behulp van de >>
operator: 0xB2
gedeeld door 4 = 0xEC
rest 0x02
(rest is wat er
wordt uitgeschoven). In het signed two's complement talstelsel is dit dus
decimaal: -78 gedeeld door 4 = -20 rest 2.
Bij delen met behulp van de /
operator: 0xB2
gedeeld
door 4 = 0xED
rest 0xFE
(rest kun je bepalen met
de %
operator). In het signed two's complement talstelsel is
dit dus decimaal: -78 gedeeld door 4 = -19 rest -2.
Beide antwoorden zijn wiskundig correct. Want -20*4+2 = -78 en -19*4-2 = -78.