Introductie Microsoft Visual C++ 2008 Express Edition.

© Harry Broeders.

Deze pagina is bestemd voor studenten van de Haagse Hogeschool - Academie voor Technology, Innovation & Society Delft.

Inleiding.

We maken bij dit practicum gebruik van de gratis beschikbare Microsoft Visual C++ 2008 Express Edition. Deze ontwikkelomgeving is beschikbaar in lokaal D1.052 en in het studielandschap van Elektrotechniek.

Downloaden en installeren.

Je kunt Microsoft Visual C++ 2008 Express Edition downloaden vanaf: http://www.microsoft.com/express/download/. De installatie wijst zichzelf.

Eenvoudig C++ programma compileren en uitvoeren met Visual C++ 2008.

Start het programma en klik op het knopje New Project.

[Image]

Kies (klik op) Win32 en vervolgens Win32 Console Application. Type de naam van het programma in, bijvoorbeeld opd1a

[Image]

Klik vervolgens op Application Settings en vink het hokje Empty Project aan.

[Image]

Klik nu op het knopje Add New Item.

[Image]

Kies (klik op) Code en vervolgens op C++ File. Type de naam van het sourcebestand in, bijvoorbeeld main

[Image]

Type nu de code voor het programma in:

#include <iostream>
#include <string> 
using namespace std;

int main () {
   cout<<"Geef je email adres: ";
   string mailAdres;
   cin>>mailAdres;
   string::size_type indexAapje = mailAdres.find("@");
   if (indexAapje != string::npos) {
      cout<<"Gebruiker: "
          <<mailAdres.substr(0, indexAapje)
          <<endl;
      cout<<"Machine:   "
          <<mailAdres.substr(indexAapje+1)
          <<endl;
   }
   else {
      cout<<mailAdres<<" is geen geldig email adres!"<<endl;
   }
   cout<<"Druk op de return-toets."<<endl;
   cin.get();
   cin.get();
   return 0;
}

Merk op dat Visual C++ je helpt bij het typen. Als je bijvoorbeeld mailAdres. typt dan laat Visual C++ zien welke messages je naar dit object van de class string kunt sturen.

[Image]

Klik nadat je het hele programma heb ingetypt op het Start Debugging knopje.

[Image]

Visual C++ snapt zelf dat het programma eerst gecompileerd moet worden.

[Image]

Als het goed is wordt het programma nu gecompileerd en uitgevoerd.

[Image]

Debuggen.

Je kunt het programma ook stap voor stap uitvoeren. Dat is erg handig als je een logische fout in je programma wilt opsporen.

Met de functietoets F10 (Step Over) kun je stap voor stap door het programma lopen. Als je 1x op F10 drukt stopt het uitvoeren bij de main functie. Een geel pijltje geeft aan waar de uitvoering gestopt is.

[Image]

Als je daarna 4x op F10 drukt worden de eerste 3 regels van main uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de regel cin>>mailAdres; komt het console window automatisch naar voren zodat je de invoer kunt intypen.

[Image]

Als je op enter drukt kom je weer terug in de Visual C++. Als je vervolgens nogmaals op F10 drukt dan wordt de volgende regel uitgevoerd:

string::size_type indexAapje = mailAdres.find("@");

Merk op dat je de lokale variabelen in het window links onder kunt zien.

[Image]

Je ziet de ingevoerde string mailAdres en ook de door find gevonden waarde van indexAapje.

Als je (later) een eigen functie of memberfunctie hebt geschreven en je wilt dat deze functie ook stap voor stap wordt uitgevoerd dan moet je op F11 (Step Into) drukken op het moment dat deze functie wordt aangeroepen.

Standaard C++.

Als je zeker wilt weten dat een programma dat je ontwikkeld met Visual C++ ook werkt met andere compilers (bijvoorbeeld Borland C++) dan moet je geen gebruik maken de specifieke Microsoft extentions (uitbreidingen).

Dit kun je instellen bij de properties van een project. Druk op Alt+F7 om het property window te openen en zet "Disable Language Extentions" op "Yes".

[Image]