Momentics.
© Jim Micola von Fürstenrecht en Harry Broeders.
De software ontwikkelomgeving van QNX is gebaseerd op Eclipse en heet Momentics. Een
korte handleiding vind je op deze pagina.
- Open QNX Momentics via Launch -> QNX Momentics Development Suite 6.3.2
-> Integrated Development Environment.
- Nu verschijnt de Workspace Launcher die vraagt in welke workspace je wilt
werken. Een workspace is een map waarin al je projecten worden opgeslagen,
Momentics zelf kan meteen zien welke projecten in een workspace aanwezig
zijn. "/root/ide4-workspace" als locatie van je Workspace is prima.
- Om een nieuw C project te openen klik je op File -> New -> QNX C
Project. Geef in de New Project Wizzard je project een naam bijvoorbeeld
opdr1.
In het volgende scherm (QNX C/C++ Settings) moet onder het tabblad Build
Variants de volgende opties worden aangevinkt.
- X 86 (Little Endian)
- debug
- release > This Variant's Symbols and...
Klik nu op finish.
Momentics heeft nu zelf een mapje aangemaakt met daarin al een opdr1.c
file.
Je kan zelf de inhoud van deze file vervangen door de inhoud van de file pthread.c die in het college is
besproken.
- Om een bestaand project te openen moet het in de huidig geopende
Workspace staan. Links in het scherm bevindt zich een panel met twee
tabbladen: C/C++ Projects en Navigator.
Klik op C/C++ Projects en klik met de rechter muisknop op Opdr1 en
selecteer open project. Wanneer deze optie ontbreekt is het project
waarschijnlijk al geopend.
( Een gesloten project is te herkennen aan een het icoontje van een
gesloten mapje, een geopend project wordt weergegeven met een open mapje )
Bij het openen wordt gevraagd "should referenced projects also be opened",
klik op no.
- Het project kan gebuild worden door in C/C++ Projects het juiste project
met de rechter muisknop aan te klikken de optie build project te
selecteren.
Een andere optie is via Project -> Build All.
Of doormiddel van de toetscombinatie Ctrl+B.
- Om een project te runnen klik je op het groene start icoontje en kies je
run.
Klik op C/C++ Local Application (de andere optie is om een project te
builen naar een target, zoals bijvoorbeeld een embedded omgeving waar QNX
draait)
- Bij opdracht 2 is het noodzakelijk om parameters mee te geven.
Om parameters aan een programma (main) mee te geven selecteer het tabblad
(x)=parameters en voeg in het tekstveld de parameters toe (21 20 19).
Druk op Aply en dan pas op Run, verandering worden in QNX vaak alleen na
aply doorgevoerd.
Het programma runt en de output verschijnt in het window onderaan het
scherm.